Metafysische achtergronden
Nieren: diepliggende angst, niet geuite emoties vooral verdriet.
Nierstenen: gestolde tranen.
Nierbekkenontsteking: vraag: welk diepliggend verdriet laat ik onvoldoende naar buiten?
Blaas en urineleider: vastgehouden emoties.
Vragen: waarop ben ik pisnijdig, welke ongehuilde tranen draag ik nog bij me, hoe kan ik mijn omgeving beïnvloeden zonder de situatie onder druk te zetten, wie of wat zet mij onder emotionele druk, wat kan ik niet loslaten?
Blaasontsteking: innerlijke strijd, conflict.
Hoofd: verzamelplaats van informatie krijgt vaak te weinig rust om te kunnen reorganiseren hierdoor kunnen hoofdpijn, vermoeidheid en andere klachten ontstaan.
Ogen: spiegels van de ziel.
Vragen: wat kan, wil of durf ik niet onder ogen te zien, welke ervaringen heb ik gezien maar kan ik niet accepteren, naar welk deel van mijn persoonlijkheid durf ik niet te kijken?
Oren: vragen: word ik voldoende gehoord, laat ik me overschreeuwen, welke stem of welk geluid wil, kan of durf ik niet binnen te laten?
Tandvlees: correspondeert met het oervertrouwen dat zachtheid uiteindelijk de hardheid overwint.
Gebit: problemen hieraan kunnen voortkomen uit: verborgen agressie: ik moet mijn tanden laten zien, ik zit me te verbijten, ik blijf mezelf ergens in vastbijten. Onzekerheid: de solide basis in mij is aan het afbrokkelen, onvoldoende wilskracht en doorzettingsvermogen.
Sinussen: ingeademde levensenergie zuiveren van lichaamsvreemde invloeden van buitenaf, vertegenwoordigd het intuïtieve vermogen.
Vragen: hoeveel ruimte laat ik de ander innemen, in hoeverre durf ik te vertrouwen op mijn intuïtie, welke opgenomen indrukken vormen in mij een conflict?
Amandelen: vragen: waarin kan of durf ik me niet te uiten, door wie of wat laat ik me steeds de mond snoeren, wat had ik willen uiten en heb ik in die situatie nagelaten?
Neus: staat in verbinding met het lymbisch systeem dit zorgt voor onze emoties, neus staat voor intuïtie.
Lymfesysteem: heeft alles met afweer en weerstand te maken, lymfe wordt geassocieerd met het licht de drager van levensenergie.
Vragen: waartegen wil of moet ik me verzetten, welke situatie is onrechtvaardig en oneerlijk in mijn leven, geloof ik in het licht binnen mezelf, aan wie geef ik mijn levensenergie of licht weg?
Timus: reageert sterk op positieve en negatieve gedachten, speelt een essentiële rol in onze levensenergie.
Vragen: durf ik het leven volledig toe te laten, wat is momenteel de grootste beperking in mijn leven?
Ademhaling: de psyche en ademhalingsorganen zijn aan elkaar gekoppeld: ze slaakte een zucht van verlichting, hij haalde opgelucht adem, ze kon hem niet luchten of zien, hij hield zijn adem in van spanning. Zodra er iets in de psyche veranderd heeft dit gevolgen voor de ademhaling. Adem is geassocieerd met ruimte, de mogelijkheid zich uit te drukken, veel mensen halen net teveel adem om dood te gaan maar veel te weinig om te kunnen leven. De inademing diep in je zelf toe te laten betekend dat je durft los te laten en dat je van het leven zelf met volle teugen geniet. Uitademen geeft de mogelijkheid om jezelf neer te zetten als persoonlijkheid hier op aarde, maak die ruimte voor jezelf.
Vragen: in hoeverre durf ik mijn grens aan te geven, mag ik van mezelf wel eens uit de ban springen, kan ik mezelf altijd uiten wanneer ik dat wil, als ik een adempauze neem (stilsta bij mezelf) wat kan ik dan in mezelf tegenkomen, durf ik me over te geven aan het zelfregelend mechanisme (de stroom des levens)?
Hart en bloedvaten: hart wordt geassocieerd met liefde, heeft veel te maken met onze emoties: liefde, hartstocht, verdriet. We kunnen ons hart: vasthouden, ophalen, uitstorten, verliezen. Het hart staat voor onvoorwaardelijk liefhebben. Het hart neemt waar zonder te oordelen. Hartkloppingen ontstaan vooral in momenten van rust. Als je hartkloppingen krijgt ben je niet meer in ritme met jezelf.
Vragen: heb ik de levensmoed om liefde te geven en te ontvangen?
Hartinfarct: welke emotionele kou zorgt ervoor dat ik me ben gaan verharden?
Hoge bloeddruk: welke druk van buitenaf is zo groot dat ik deze van binnenuit probeer te compenseren?
Bloedarmoede: wie wil ik met mijn eigen levensenergie in leven houden?
Lage bloeddruk: op welk gebied ervaar ik verslagenheid, het lukt me toch niet, waarom zou ik het proberen?
Wervelkolom: vragen: vermeerderd de pijn bij het buigen: er kan dan sprake zijn van bijv.: onbuigzame trots, halsstarrigheid, onvoldoende nederigheid.
Vermeerderd de pijn bij het oprichten: er kan dan sprake zijn van bijv.: teveel lasten dragen, weinig assertiviteit, onvoldoende zelfstandigheid.
Stuitbeenklachten: aardechakra: zelfstandigheid, overlevingsdrang, aarding, zelfvertrouwen, basale angsten.
Lage rugklachten: milt of navelchakra: creativiteit, scheppingsdrang, tot daden komen, seksualiteit, afhankelijkheid/onafhankelijkheid.
Klachten van de bovenste lendenwervels: zonnevlecht: psychische en emotionele waarde: hoe staat mijn ego ten opzichte van mijn omgeving, hoe verdeel ik mijn energie, prestatie.
Klachten van de borstwervels: hartchakra: problemen in het hartgebied vragen aandacht voor liefde geven of ontvangen, spontaniteit, vreugde, genegenheid, teveel verantwoordelijkheid.
Nekklachten: keelchakra: uiten, halsstarrigheid, communicatie, inslikken van emoties en angsten. Klachten aan de bovenste nekwervels: voorhoofdchakra: hoeveel wil ik zelf in de handhouden of controleren, helder weten helder voelen intuïtie.
Spieren en gewrichten: hebben te maken met mobiliteit en beweeglijkheid.
De enkel: het is opvallend dat er mensen zijn die hiermee problemen krijgen in een fase van hun leven waarin ze sterk te maken hebben met het alleen zijn (enkel staan alleen staan).
De pols: iets uit de losse pols doen.
Knieproblemen: zijn vaak terug te voeren op vroegere jeugdervaringen, blokkeringen die te maken kunnen hebben met nederig zijn, je leren buigen, begin lagere schooltijd, door de knieën gaan.
Heupen: hebben met je basis te maken dus met je bekken (ze krijgt het op de heupen, zich willen verzetten).
Bij schouders zie je ook het teveel op de schouders nemen, teveel lasten dragen, teveel verantwoordelijkheid nemen, dus zich teveel belasten, pessimisme.
Ellebogen: het achter je ellebogen hebben, met de ellebogen werken, ambitie.
Vragen: welke beweging had ik willen maken in een bepaalde situatie maar heb ik niet gemaakt, door wie of wat laat ik me beperken in mijn bewegingsruimte, welke onafgemaakte beweging voel ik in me, welke emotionele kou voel ik in mijn spieren en gewrichten, welke stap wil ik zetten in mijn leven?
Spijsvertering: de mens neemt 2 soorten voedsel tot zich: stoffelijk voedsel in de vorm van voeding en geestelijk voedsel in de vorm van psychische en emotionele indrukken.
Mond en keelholte: de eerste plaats waar onbewust ingeslikte indrukken en emoties geselecteerd worden.
Vraag of opmerkingen: wat kan ik niet verkroppen, ik ben het spuug zat, het hangt me de keel uit.
Slokdarm: met het slikken nemen we het voedsel op. Psychisch slikken we ook veel dat het soms moeilijk is om dingen te slikken merk je omdat het als een brok in je keel blijft zitten.
Vragen: door wie of wat laat ik me een wil opdringen, waarom laat ik me iets door de strot wringen, is het nodig om uit de hand van de ander te eten?
De maag: moet actief worden om nieuwe indrukken aan te kunnen, zijn deze indrukken te zwaar (licht te zwaar op de maag) dan gaat de maag protesteren. Vooral mensen die moeite hebben met nieuwe situaties krijgen makkelijk last van hun maag.
Vragen: welke uitdaging ga ik uit de weg, heb ik voldoende zelfvertrouwen waardoor de indrukken van de ander me niet overrompelen?
Dunne darm: assimileren: van de ene toestand overgaan in de andere. Diarree is de klacht die voortkomt vanuit vooral de dunne darm er is sprake van een versnelde peristaltiek, de indrukken van buitenaf dienen zich in een te snel tempo aan.
Vragen: welke ervaringen kan ik niet verwerkt krijgen, wat weerhoud mij om een rustpauze te nemen, waardoor ben ik zo kritisch op elke situatie?
Dikke darm: het zijn de diepere onbewuste emoties die ervoor zorgen dat men de confrontatie met het nieuwe niet aandurft.
Vragen: aan welke schijnveiligheid houd ik vast, op welke persoonlijke zekerheid kan ik terugvallen, durf ik mee te gaan met de stroom des levens?
Lever: wordt geassocieerd met verschillende eigenschappen: levensenergie en vitaliteit, het reinigen van de opgenomen indrukken en ze een plaats geven in lichaam en geest, zwaarmoedigheid en depressie bij het ontbreken van de vitaliteit.
Vragen: verdeel ik mijn levensenergie op de juiste manier, wat bedrukt mij, wat heb ik op mijn lever, welke opgedane indrukken zijn teveel voor mij?
Galblaas: gif, kwaadheid, agressie. Kwaadheid die naar buiten wordt gericht kan ook positief gebruikt worden als energie voor doorzettingsvermogen. Kwaadheid die naar binnen slaat werkt destructief en kan op den duur als gestolde agressie (galstenen) achterblijven.
Vragen: hoe ga ik om met kwaadheid of agressie, kan ik mijn doorzettingsvermogen mobiliseren, waarom wil ik het iedereen naar de zin maken?
Alvleesklier: vragen: hoe is de balans tussen mijn binnen en buiten wereld, hoe ga ik om met liefde in mijn leven?
Hormonale systeem: is de schakel tussen de fijnstoffelijke energetische wereld en de grofstoffelijke fysieke wereld. De hormonen hebben een brugfunctie tussen de geest en het lichaam tussen hemel en aarde. Ze krijgen hun aansturing vanuit de chakra’s.